Heel
Algemeen
Heel (Limburgs: "Hael") is een dorp in Midden-Limburg en ligt een paar kilometer ten zuidwesten van Roermond.
Geschiedenis
Romeinse tijd
Heel is een van de oudste dorpen in Midden-Limburg. Het dorp werd al vermeld op de “Tabula Peutingeriana” (Peutinger kaart) uit de 3e of 4e eeuw onder de naam “Catualium”. Deze Romeinse nederzetting staat aangegeven tussen de plaatsen Feresne (Dilsen) en Blariacum (Blerick). Deze nederzetting bestond waarschijnlijk uit een legerkamp met een nabijgelegen burgernederzetting, bewoond door Germanen en Kelten. Hiervan zijn diverse archeologische vondsten gedaan in de buurt van de Stephanuskerk en aan de Panheelderweg.
Volgens taaldeskundigen is de naam Catualium in de loop der eeuwen veranderd in Hathualium, Hethelium, Hethele, Hedele en daarna Heel.
Luiks vrijdorp
In de middeleeuwen en ook daarna was Heel een Luiks vrijdorp. Het behoorde niet tot het Prinsbisdom Luik (zoals o.a. het Graafschap Horn), maar was rechtstreeks eigendom van het Kapittel van St. Lambertus te Luik. Het kapittel was het bestuurscollege over het prinsbisdom en oefende er het hoogste gezag uit. Het bestond uit 59 kanunniken en de prins-bisschop zelf. Het dagelijks bestuur was in handen van de deken. Kerkelijke behoorde Heel wel tot het Bisdom Luik.
Heel was één van de zeven vrijdorpen van het Lambertuskapittel van Luik, samen met Attenhoven, Broekom, Neeritter, Velm, Vucht en Wonk. Deze dorpen hadden een grotere zelfstandigheid dan de dorpen in het prinsbisdom. Elk dorp betaalde tienden en cijnzen aan het kapittel, maar hadden privileges en vrijstellingen op belastingen, zoals de belasting op wijn en bier. Het kapittel had ook de macht over de justitie. Zij benoemden de scholtis, schepenen en de griffier. De schepenbank van Heel bestond uit zowel de lage als de hoge justitie, zodat ook zware criminaliteit zoals moord of doodslag, bestraft mocht worden met bijvoorbeeld de doodstraf. Vanuit Heel kon men in appel gaan in Neeritter. Vanuit Neeritter kon men te rade gaan bij het hoofdgerecht van Luik.
Het dorp bestond uit lintbebouwing aan de huidige Dorpsstraat zoals dit tot in het begin van de 20e eeuw het geval was. Hoofdzakelijk lagen er kleine boerderijen met daarachter hun eigen moeshof en/of boomgaard. Het gebied van Heel werd in het oosten begrenst door Beegden met kasteel Nederhoven, onderdeel van het Graafschap Horn. Richting de Maas lag het kasteel van Osen wat behoorde tot de schepenbank van Linne. Westelijk lag de vrije heerlijkheid Pol en Panheel en het Gelderse stadje Wessem. Noordelijk lagen de gehuchten Houthem en Katert welke ook bij Wessem hoorde.
De schepenbank van Heel had dus maar een klein rechtsgebied. De parochie van Heel was iets groter. Zo gingen ook de inwoners van Pol, Panheel, Houthem, Katert en Osen naar de kerk in Heel, terwijl zij rechterlijk onder andere schepenbanken vielen.
Heren van Heel
Naast het kapittel als absolute machthebber waren er ook leenheren die Heel voor de leenzaal van Horn verheven hadden. Van oudsher was Heel onderdeel van Horn en tot aan de Franse revolutie een grootleen van Horn. De heren van Heel hadden in de praktijk de macht in het gebied, terwijl het kapittel de uiteindelijk rechten had. De heren waren daarnaast bezitters van het kasteel Heel en bijbehorende pachthoeves.
De oudste bekende heren van Heel waren uit het geslacht van Ghoor. Deze stamden uit het geslacht van Horn. Via vererving kwamen de Heelse bezittingen in handen van de Luikse familie de Horion. Deze bleven eigenaar totdat de familie in mannelijke lijn uitstierf. Hun enige dochter, verkocht haar bezittingen in Heel in 1804 aan Hubert Frans Hermans, een steenrijke burger uit Maastricht. De goederen bestonden uit het kasteel Heel en de bijbehorende pachthoeves Kasteelshof, Nuenhof (Genoenhof), Hegge, Bosmolen en Houthem.
|
Gemeente Heel
Bij de komst van de Fransen vervielen alle oude rechten die het Kapittel van St. Lambertus had in Heel. Alle bezette gebieden werden opgedeeld en verdeeld in gemeentes. Zo werd de gemeente Heel gevormd. In 1818 volgde al een herindeling. De gemeente Pol en Panheel werd opgesplitst. Pol werd bij de gemeente Wessem gevoegd en Panheel vormde met Heel de nieuwe gemeente Heel en Panheel. De gehuchten Katert en Houthem hoorde in eerste instantie bij de gemeente Wessem maar behoorde vanaf 1818, samen met de hoeve Apenbroek, tot de gemeente Heel en Panheel.
Het dorp Heel bleef in de 19e eeuw een klein dorp met nog geen 1000 inwoners. De inwoners bestonden uit relatief arme landbouwers en dagloners. In 1838 werd een eerste lagere school geopend door de gemeente. De eerste grote veranderingen vonden plaats tegen het einde van de 19e eeuw, toen er twee gestichten werden geopend in het kleine kerkdorp.
Kloosterinstellingen
In de loop van de 19e eeuw was de financiële situatie van de familie Hermans achteruit gegaan. De twee broers Hubert en Leon Hermans begonnen in 1865 een suikerfabriek op het kasteel van Heel. De onderneming werd een grote mislukking. Rond 1877-1878 werd de fabriek verplaatst naar Roermond maar nog geen jaar later werd het pand alweer verkocht. Inmiddels was het kasteel in slechte staat. Hermans wilde het kasteel verkopen aan de Duitse Jezuïten die gevlucht waren uit Duitsland vanwege de Kulturkampf. De koop ging (op het laatste moment) niet door en de kloosterlingen kozen voor het kasteel Exaten van de familie de Geloes.
In het jaar 1879 kwam Petrus Joseph Savelberg uit Heerlen in beeld in Heel. De priester had in Heerlen en Schaesberg al instellingen geopend voor de opvang van de ouden, zieken, wezen en zwakzinnigen. Met behulp van religieuze zusters werden de zwakken van de samenleving opgevangen. Kort daarna volgde ook de oprichting van stichting “Kleine Broeders van de H. Joseph”, een congregatie voor broeders.
Mgr. Savelberg kreeg de “bewaarschool” aan de Dorpsstraat van de graaf van Osen aangeboden om zich hier te vestigen. In 1879 kreeg hij het aanbod van de familie Hermans om het kasteel van Heel te huren voor drie jaar. Op 7 juli 1879 werden de eerste drie broeders naar Heel gestuurd. Kort daarna volgen de eerste zusters. Op 24 februari 1880 werd het kasteel definitief aangekocht door Savelberg voor f. 20.000,--. In 1883 volgde de definitieve aankoop van de “bewaarschool” van de graaf De Geloes voor f 1.000,--, sindsdien “Klein Bethlehem” genaamd. De laatste aankoop van Savelberg volgde in 1906 toen huize Daelzicht werd aangekocht voor f. 14.200,--. Hiernaast werd het nieuwe St. Josephgesticht gebouwd voor de broeders. De zusters bleven op het kasteel van Heel dat de naam “St. Anna” kreeg.
De twee gestichten groeiden enorm en waren van grote invloed op het kleine dorp. Het inwonertal groeide explosief vergeleken met de eeuw daarvoor. In de jaren ’30 woonde er zelfs meer mensen in de gestichten (patiënten, zusters en broeders) dan daarbuiten! Ook tegenwoordig zorgen de twee instellingen voor veel werkgelegenheid voor de bevolking van Heel. De term “gesticht” is al lang niet meer van toepassing. St. Anna is tegenwoordig onderdeel van de Koraal Groep. St. Joseph (in de volksmond ook St. Joep genoemd) is omgedoopt tot Daelzicht. De oude bebouwing bleken in de 21e eeuw niet meer geschikt voor de moderne opvang van patiënten. In 2012 werd begonnen met de sloop van St. Anna (met uitzondering van het oude kasteeldeel). In 2015 volgde de sloop van St. Joseph aan de Heerbaan.
Herindelingen
In 1991 werd de gemeente Heel en Panheel opgeheven. Er ontstond de nieuwe gemeente Heel welke bestond uit de kernen Heel, Panheel, Wessem, Beegden, Pol en Osen.
In 2007 volgde een nieuwe gemeentelijke herindeling waarbij de gemeentes Heel, Maasbracht en Thorn werden samengevoegd tot de gemeente Maasgouw. De kern Heel had op dat moment circa 4.300 inwoners.
Bevolking
Volkstellingen
Deze grafiek toont de geregistreerde dopen, huwelijken en overlijdens in de 18e eeuw. Bij de Franse volkstelling van 1796 woonde in het dorp Heel (exclusief Panheel en de gehuchten Houthem en Katert) slechts 409 personen.
In de achttiende eeuw bedroeg het aantal dopen gemiddeld 21,7 per jaar, het aantal huwelijken 5,9 per jaar, en het aantal overlijdens 12,2 per jaar. Jonge kinderen werden bij het overlijden vrijwel nooit opgeschreven. Een aantal jaren is er een erg hoog sterftecijfer. Dit vooral in de jaren 1676, 1746-1747, 1781 en 1793-1795. Deze zijn waarschijnlijk te wijten aan de dysenterie epidemieën die ruim 5% van de bevolking kon treffen.
Hieronder een tabel aan de hand van de volkstellingen. Let op: vanaf 1879 werden ook de gestichten St. Joseph en St. Anna meegeteld. Lange tijd woonden in Heel meer mensen in de gestichten dan daarbuiten. In 1930 woonden er 1057 mensen in de gestichten, en in de dorpen Heel en Panheel 985.
Jaar | 1830 | 1840 | 1849 | 1859 | 1869 | 1879 | 1889 | 1899 | 1909 | 1920 | 1930 | 1947 |
Inwoners | 746 | 785 | 775 | 782 | 870 | 906 | 1002 | 1107 | 1451 | 1822 | 2053 | 2592 |
Jaar | 1830 | 1840 | 1849 | 1859 | 1869 | 1879 | 1889 | 1899 | 1909 | 1920 | 1930 | 1947 |
Inwoners | 746 | 785 | 775 | 782 | 870 | 877 | 804 | 833 | 952 | 1048 | 1054 | 1196 |
In de onderstaande tabel zijn een aantal familienamen gezet, die laten zien hoe vaak een bepaalde familienaam in de kerkregisters van Heel werd geregistreerd als dopeling of als bruidegom/bruid in de periode 1620-1807. (Gegevens van GenDaLim 5)
Familienaam 1700 | Moderne naam | Aantal dopen | Aantal huwelijken |
Janissen, Janssen | Janssen | 118 | 71 |
Vissers | Vissers | 107 | 33 |
Raemaeckers | Ramaeckers | 103 | 30 |
Smeets | Smeets | 85 | 33 |
Vogels, Voeghels | Vogels | 74 | 34 |
Adams | Adams | 72 | 29 |
Henckens | Henckens | 63 | 14 |
Joesten | Joosten | 55 | 22 |
Geerlinckx | Geerlings | 53 | 24 |
Loven, Loeven | Loven | 46 | 16 |
Nelissen | Nelissen | 42 | 26 |
Geenen | Geenen | 40 | 10 |
Bijlmaekers, Bielmaeckers | Bijlmakers | 37 | 9 |
Overige Heelse families zijn o.a. Clout, Van den Ertwegh, Houtackers, Scheepers en Severijns.
Personen
Namenlijsten van de volgende functiebekleders zijn te vinden op subpagina's.
Archieven
Schepenbank
Het archief van de schepenbank Heel is te raadplegen in het RHCL te Maastricht onder toegang 01.072.
Tevens is dit archief te raadplegen in kopie- vorm in het RHIDOC te Thorn.
Schepenbank Heel:
- Civiele Rechtspraak: 1540-1796.
- Vrijwillige Rechtspraak: 1646-1795. Te raadplegen (scans) via Archieven.nl.
- Financiën.
Samenvattingen van de gichten van de schepenbank Heel zijn te raadplegen in het volgende werk:
- Cor Tubée: Uittreksels gichten schepenbank Heel, Weert, juni 2009.
DTB-registers
Parochie St. Stephanus DTB Kerkregister:
- Dopen: vanaf 1620
- Trouwen: vanaf 1621 (ontbreken tussen 1647 en 1662).
- Begraven: vanaf 1663
Zie ook deze link DTB-registers.
Burgerlijke Stand
- Geboortes: vanaf 1802
- Huwelijken: vanaf 1803
- Overlijden: vanaf 1803
Zie ook deze link Burgerlijke Stand.
Let op: vóór 1818 vormde Pol en Panheel een zelfstandige gemeente. Daarna werd Panheel bij Heel gevoegd onder de naam Heel en Panheel. Pol werd bij de gemeente Wessem gevoegd.
Overigen
Archives de l'Etat Liege, Bisschoppelijk Archief Luik, Cathédrale Saint-Lambert, Grande Comterie nr. 703 – Neeritter/Heel.
- Cijnsregister van Heel (1701-1712 en 1722-1728). Transcriptie te raadplegen op de website van Wim de Goede.
Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL) te Maastricht:
- 16.0527 Familie Horion te Heel, 16e-19e eeuw.
- 16.0754 Familie de Meer d'Osen te Linne, 1378-1845.
Literatuur
- H. Beurskens en P. Derks: Rond de Toren, 1990
- J. C. de Valk: Heel en Panheel in historisch perspectief, 1971
- H. Beurskens en J. Kessels: Heel 16, 1991-2007, 2007
- P.J.M. Bongaarts: Heel en Panheel in oude ansichten, 1971
- J. Habets/SHO Weert: Het vrijdorp Neeritter als eigendom der domkerk van Luik, aanteekeningen op het vrijdorp Heel en de heerlijkheid Poll en Panheel, 2004
- M.J.A. Cuypers-Janssen: Het lager onderwijs in Heel en Panheel van 1830 tot 1932 : van openbaar naar bijzonder lager onderwijs, 1978